Onderzoek

Humorschandalen in Nederland sinds de jaren vijftig (2020-2023)

Sinds de opkomst van de massamedia in het midden van de twintigste eeuw heeft humor geregeld tot controverses geleid. Veel oudere Nederlanders herinneren zich wellicht de ophef over een sketch waarin het Onze Vader en andere christelijke symbolen werden geparodieerd in het satirische tv-programma Zo is het toevallig ook nog ‘s een keer (1964). Meer recent getuigt de roast van cabaretier Martijn Koning op politicus Thierry Baudet in de talkshow Jinek (2021) van het feit dat humor op tv mensen nog steeds erg boos kan maken.

Deze ‘humorschandalen’, een term van de Nederlandse sociologe Giselinde Kuipers, vertellen ons veel over de samenleving waarvan ze deel uitmaken. Ze zijn vaak een teken van verschuivende morele en sociale normen, of ze onthullen ideologische spanningen of breuken in de betreffende cultuur. Ze laten ook zien dat humor mensen niet alleen samenbrengt, maar ook verdeelt. Door deze schandalen te bestuderen komen we dus tot een beter begrip van zowel culturele verandering als de werking van humor.

In dit project richt ik me specifiek op humorschandalen in Nederland, van de jaren vijftig tot nu. In een boek voor het grotere publiek, dat op 18 augustus 2023 verscheen bij uitgeverij Atlas Contact, analyseer ik tien van die schandalen in chronologische volgorde, waarmee ik niet alleen een beknopte geschiedenis schets van de publiek uitgezonden humor in het naoorlogse Nederland, maar ook de veranderende normen en waarden in dit land in de afgelopen zeventig jaar. Dit boek is niet alleen bedoeld als een historisch overzicht, maar ook als een bijdrage aan lopende publieke debatten over de vermeende ‘belegering’ van humor in het kielzog van social justice-bewegingen als #MeToo en Black Lives Matter, waarbij kritische discussies over racisme en seksisme in comedy vaak worden verward met censuur en het idee dat comedians worden ‘gecanceld’.

The Politics of Humour (2014-heden)

In de publieke opinie worden aan humor vaak allerlei krachten en effecten toegeschreven, zonder dat hiervoor duidelijk bewijs bestaat. Zo zouden comedians bij uitstek in staat zijn om de waarheid te spreken tegen de heersende macht en wordt humor vaak als rebels en gezagsondermijnend geframed. In de praktijk ligt het genuanceerder. Veel komische uitingen lijken op het eerste oog wel rebels, maar zijn bij nadere beschouwing toch behoorlijk conformistisch. Ook zit achter veel ogenschijnlijk onschuldige grappen een conservatieve agenda verscholen: gedrag dat afwijkt van de norm wordt bestraft door het belachelijk te maken. Dit soort tegenstrijdigheden fascineren me. Onder de vlag ‘the politics of humour’ doe ik er onderzoek naar. Ik werk hierbij veel samen met cultuurwetenschapper en cabaretonderzoeker Dick Zijp, met wie ik mijn fascinatie voor de politieke implicaties van humor deel. Samen publiceerden we in 2022 een ‘special issue’ van het European Journal of Cultural Studies over dit onderwerp.

Promotieproject ‘The Power of Satire’ (2009-2013)

Tussen 2009 en 2013 werkte ik aan de Universiteit van Amsterdam aan mijn proefschrift over laat-achttiende-eeuwse Nederlandse satire. Op 22 januari 2014 verdedigde ik dit proefschrift in het openbaar. Het proefschrift werd tevens als boek uitgegeven door uitgeverij Verloren.

Hier vind je een beschrijving van mijn promotieonderzoek.